Het Brussels Gewest bevestigde dinsdag haar plan om een verbruikersruimte te openen ter hoogte van Tour & Taxis in de Kanaalzone. Op vraag van Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) antwoordde Minister-President Rudi Vervoort dat volgende week de architectuurwedstrijd wordt uitgeschreven voor de bouw van dit centrum. Het centrum zou tegen 2025 operationeel moeten zijn. Het kostenplaatje blijft onduidelijk. Naast de vooropgestelde 13,7 miljoen euro voor de infrastructuur moet er rekening worden gehouden met een jaarlijks terugkerende werkingskost voor zo'n 100 medewerkers.
Bianca Debaets, parlementslid voor CD&V plaats enkele vraagtekens. " Op zich ben ik niet gekant tegen de komst van een multidisciplinair centrum voor drugsverslaafden waar er naast noodopvang ook gewerkt wordt aan maatschappelijke re-integratie. We weten allemaal dat veel drugsgebruik zich nu in de openbare ruimte afspeelt, denken we maar aan o.a. de centrale lanen en metrostation Ijzer waar je niet zelden spuiten aantreft. Er moet dus wel degelijk iets gebeuren. Zolang men het einddoel maar niet voor ogen verliest: de drugsverslaving helpen overwinnen. En net daar knelt het schoentje, op geen enkel moment werd deze ambitie uitgesproken. Meer nog, men heeft het over het stabiliseren van het drugsgebruik niet over afbouw. Drugs verwoest levens, zowel van de gebruiker als van de omgeving. Onbegrijpelijk vind ik dat"
Debaets begrijpt ook niet dat dit nooit besproken werd met de buurtbewoners. "Een draagvlak vinden voor zo'n project is zelden makkelijk. Net daarom is goede informatie en samenspraak met bewoners en betrokken organisaties cruciaal."
Ook het antwoord op de vraag waarom stad Brussel parallel aan een gelijkaardig project werkt bleef uit. Verder dan "gemeentelijke autonomie inroepen kwam de Minister-President niet" zegt Debaets. Toch wel heel erg merkwaardig dat hier voorafgaandelijk geen overleg over was als je weet dat de Minister-President bevoegd is voor de gewestelijke coördinatie van het veiligheidsbeleid en de burgemeester en de Minister-President partijgenoten zijn. Eens te meer speelt stad Brussel solo slim en worden de middelen niet gebundeld maar werkt men in Brussel in verspreide slagorde" besluit Debaets.