top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Brussels surrealisme in coronatijden

Een staaltje Kafka voor gevorderden. Ik neem jullie graag mee naar de Pannenhuisstraat. De Pannenhuisstraat in Jette? Ja die. Of de Pannenhuisstraat in Laken? Die ook. U raadt het al, of u raadt het misschien niet... het gaat hier om dezelfde straat, waarvan de ene kant in Jette ligt, terwijl de overkant van de straat tot het grondgebied van Laken behoort. Welkom in Brussel.

François, die aan de ene kant van in de Pannenhuisstraat woont, is een fiere Jettenaar. Zijn collega-ondernemer en overbuur Jan is geboren en getogen Lakenaar. François loopt er de laatste dagen wat beteuterd bij. Was hij een paar jaar geleden met zijn zaak niet verhuisd van Ganshoren naar Jette, dan had hij op 1.200 euro bijkomende gemeentelijke steun kunnen rekenen in de strijd tegen de coronacrisis en deed het wat minder pijn in zijn portefeuille. Jan daarentegen kan dan weer niet rekenen op een extra premie van de stad Brussel, maar omdat zijn zaak gevestigd is in een pand van het OCMW moet hij wel geen huur betalen tot aan het eind van de lockdown. Een maatregel waar zijn vrouw, die een sympathiek eethuisje uitbaat in Elsene, dan weer niet kan op rekenen. Volgt u nog?

Sint-Joost schakelt gemeenschapswachten in om bij elke inwoner een mondmasker aan huis te leveren, Stad Brussel wil enkel mondmaskers voor kwetsbare groepen, Molenbeek wil maskers kopen op de privémarkt. Oudergem schakelt dan weer vrijwilligers in voor de productie van mondmaskers. Ondertussen laat de gewestelijke regering weten dat ze onderzoeken of ze geen gecentraliseerde bestelling van mondmaskers kan plaatsen om te voorkomen dat elke gemeente solo slim te werk gaat. Nobele doelstelling, maar too little, too late.

Deze voorbeelden, gebaseerd op fictieve namen maar reële situaties, leggen opnieuw een pijnlijke realiteit bloot: hoe Brussel in gespreide slagorde naar het coronafront trekt en de versnippering van bevoegdheden in Brussel onze hoofdstad keer op keer verzwakt.

Het is nochtans eenvoudig. Brussels Minister-President Rudi Vervoort is bevoegd voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid, de coördinatie tussen de 19 gemeenten en het implementeren van de federale crisismaatregelen. Alles zou dus perfect gestroomlijnd kunnen verlopen met uniforme regels en tegemoetkomingen voor alle Brusselaars. Maar dat is natuurlijk buiten de 19 baronieën gerekend, die elke gelegenheid aangrijpen – zelfs een gezondheidscrisis van nooit eerder geziene omvang – om hun macht te verstevigen.

Als er ooit een moment geweest is waarop de Brusselse Minister-President zich dient te ontpoppen tot ‘vader van alle Brusselaars’, iemand waarop ze kunnen vertrouwen en naar wiens richtlijnen men allen samen luistert, dan is het nu wel. Covid-19 lijkt dezer dagen echter vooral te verwijzen naar het aantal verschillende aanpakken die in onze hoofdstad gehanteerd worden. Onder topmanagers klinkt weleens het devies never waste a good crisis, misschien moeten we dat in het Brussels Gewest ook maar eens volgen.

bottom of page