Het Brussels parlementslid en de voormalige Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Bianca Debaets (CD&V) meent dat het Brussels Gewest zo snel mogelijk hulp moet bieden aan Beiroet na de verschrikkelijke explosie die de haven en een groot deel van de hoofdstad van Libanon tot puin heeft gemaakt. « Twee jaar geleden wanneer ik lid was van de Brusselse regering, heeft ze snel geld vrijgemaakt voor noodhulp na de aardbeving in Indonesië (Sulawesi). Gezien de grootte van de huidige ramp in Beiroet, kunnen we hier niet ongevoelig voor zijn, en moet de huidige regering, in mijn ogen, hetzelfde doen en deelnemen aan de internationale inspanning via erkende organisaties », verklaart Bianca Debaets.
Na een brand in een depot in de haven van Beiroet, waarbij al zes jaar 2700 ton ammoniumnitraat was gestockeerd, ontstond er dinsdag een ontploffing waarbij minstens al 158 doden en 6000 gewonden worden betreurd, zonder te vergeten nog de tientallen vermisten en de duizenden daklozen.
« De beelden die via de (sociale) media tot bij ons komen, bezorgen koude rillingen, want zoveel mensen ter plekke hebben alles verloren. » verduidelijkt Bianca Debaets. « Beiroet is in feite zeer vergelijkbaar met Brussel, in grootte, maar ook door haar oorsprong, als een internationaal kruispunt met een grote culturele en gastrijke rijkdom. Libanon is een bevriend land en er woont ook een grote en belangrijke Libanese gemeenschap in Brussel. Het lijkt me vanzelfsprekend dat de Brusselse regering Beiroet, die al zoveel leed heeft meegemaakt, snel helpt. Dat verleden legt bovendien de natuurlijke solidariteit en veerkracht bloot van de inwoners van Beiroet. Vandaag moeten we hen zonder aarzelen bijstaan. We zijn een hoofdstad van de Europese instellingen en daarom, na de internationale donorconferentie, moeten we het goede voorbeeld geven, samen met de federale regering. »
Tijdens de vorige legislatuur, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al meermaals zijn internationale solidariteit betoond door middelen vrij te maken na grote natuurrampen of acute humanitaire crisissen, waaronder in Indonésie, Jemen, Somalie, Zuid-Sudan, Nigeria, en India.
« In de wetgeving had ik laten opnemen dat noodhulp wordt mogelijk gemaakt als een instrument van de Brusselse internationale samenwerking. Daarom roep ik de Minister-President Vervoort en de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Smet op hun verantwoordelijkheid te nemen en op korte termijn fondsen te vinden ten voordele van erkende NGO’s, zoals OXFAM, Rode Kruis of Unicef », besluit Bianca Debaets.
« De coronacrisis, en haar economische gevolgen, mag ons niet verhinderen om ons solidair te tonen, temeer dat het COVID19-virus de hele wereld in haar greep heeft. »