De belasting op de onroerende voorheffing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt te eng geïnterpreteerd wanneer het over erkend jeugdwerk gaat, tot die conclusie kwamen cd&v en Brussels parlementslid Bianca Debaets na overleg met de jeugdsector. Een onnauwkeurige vertaling uit het Frans zorgt voor juridische onzekerheid, waardoor het jeugdwerk naast een automatische vrijstelling grijpt en al te vaak individuele bezwaarschriften moet indienen. “Het is hoog tijd dat die fout rechtgezet wordt, zodat het Brusselse jeugdwerk zich weer kan focussen op hun belangrijkste doel, namelijk sterk jeugdwerk maken”, stellen Brussels parlementslid Bianca Debaets en Vlaams minister van Brussel en Jeugd Benjamin Dalle.
De Brusselse ordonnantie rond de onroerende voorheffing heeft vooral voor het erkende jeugdwerk enkele onbedoelde negatieve gevolgen. “In de Franstalige passage wordt gesproken van ‘mouvements de jeunesse’, wat in het Nederlands ‘jeugdbewegingen’ geworden is”, duidt Debaets. “Alleen dekt die term lang niet de lading van het volledige jeugdwerkveld. In plaats daarvan zou het moeten gaan om ‘erkend jeugdwerk’, want het jeugdwerkveld is uiteraard veel breder dan enkel jeugdbewegingen.”
Het gaat hier over jeugdwerkinitiatieven die zelf eigenaar zijn van hun lokalen, maar ook over alle eigenaars die lokalen structureel ter beschikking stellen van jeugdwerkinitiatieven en jeugdverblijven. Brussel kent, net als Vlaanderen, een sterke traditie van jeugdwerk die zich de afgelopen jaren in al haar diversiteit vormgaf via jeugdhuizen, jeugdbewegingen, open jeugdwerkinitiatieven, jeugdculturele verenigingen, ondersteuningskoepels en andere. Het louter bevoordelen van één van deze types gaat voorbij aan de realiteit en komt redelijk noch gelijk over, zo stelt ook De Ambrassade.
Gelijke behandeling
In de praktijk betekent deze lacune dus dat elke jeugdorganisatie elk jaar opnieuw weer een bezwaarschrift moet indienen om die logische vrijstelling te kunnen krijgen. “Dat is enorm tijdrovend, en bovendien worden die bezwaarschriften dan ook nog niet altijd zomaar aanvaard of laattijdig behandeld”, stelt Debaets. “De Brusselse en Vlaamse Jeugdraad klopten al aan bij Brussels minister van Financiën Sven Gatz om voor die automatische vrijstelling te pleiten, maar werden na lang aandringen dan toch met lege handen huiswaarts gestuurd. Nochtans is er maar een relatief bescheiden ordonnantiewijziging nodig om het erkende jeugdwerk te kunnen helpen. Daarom hebben we zelf het heft in handen genomen en dienen we, in samenspraak met De Ambrassade, een voorstel van ordonnantie in.”
“Alle jeugdwerkorganisaties verdienen een gelijke behandeling in Brussel. Niet alleen hoort elke erkende jeugdwerkorganisatie van de vrijstelling te kunnen genieten. Ook moet de vrijstelling via een eenvoudige procedure automatisch toegekend worden. Die regeling heeft in Vlaanderen reeds haar succes bewezen. Door deze fiscale en administratieve last ook in Brussel weg te nemen, kan het Brusselse jeugdwerk zich focussen op hun belangrijkste doel, namelijk sterk jeugdwerk maken”, aldus Vlaams minister van Brussel en Jeugd Benjamin Dalle.
Comments