top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Brusselse leerlingen zien ongemeen af tijdens de coronacrisis

De cijfers omtrent problematische situaties kennen een zorgwekkende toename in Brussel

De Brusselse kinderen hebben ongemeen afgezien tijdens de coronacrisis: de huiselijke spanningen kennen hun weerslag in de cijfers. Tot die conclusie komt Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) na de antwoorden die ze kreeg van Collegelid Gatz over de evolutie van het vastgestelde aantal verontrustende situaties bij leerlingen binnen Brussel. “In het eerste semester van dit schooljaar waren er 910 interventies bij 230 leerlingen: nagenoeg een verdubbeling als je weet dat dit er in dezelfde periode vorig jaar nog 521 waren voor 161 leerlingen. Het aantal doorverwijzingen naar het parket is zelfs meer dan verviervoudigd van 2 naar 9. Aanvullende maatregelen, die er vandaag nog niet zijn, zijn broodnodig. Het College moet nu daadkracht tonen, in het belang van onze ketjes”, besluit Debaets.


“De stijging manifesteert zich nu ondertussen ook al een jaar en werd in mei vorig jaar al vastgesteld. Dit schooljaar zijn er 910 gevallen van verontrusting vastgesteld. Dit zijn stuk voor stuk situaties waarin het welzijn of de veiligheid van een kind in het gedrang is.” aldus Debaets. “Dit soort zaken zijn, soms letterlijk, levensbelang. We kunnen niet langer wachten gezien de nood zich duidelijk stelt”. Uit de cijfers blijkt ook dat er in vele gevallen verschillende meldingen komen van een kind.


“De CLB’s namen vorig jaar 8 bijkomende mensen aan, nota bene door een verhoging van de middelen voor de contactopsporing. Als je dan weet dat het opsporen en helpen van kinderen die met verontrustende situaties te maken hebben tot hun kerntaken hoort, uit de cijfers blijkt dat dit probleem vandaag verdubbelt is en de contactopsporing – die nog lang niet achter de rug is - hier nog bij is gekomen moet dit boven aan de agenda.”


Verder is het een opluchting dat er een goede samenwerking is tussen het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling en de CLB’s. Zij leveren onwaarschijnlijk waardevol werk en verdienen die erkenning ook. Alleen is het nu hoog tijd dat het beleid volgt. Daarom zal ik ook Collegevoorzitter Van den Brandt, bevoegd voor Welzijn hierover bevragen. Een gecoördineerde en gedragen inspanning kunnen niet langer op zich laten wachten.


bottom of page