top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Het Biermuseum verdient een strikt en transparant beheer

De gemeenteraad van Stad Brussel moet weldra groen licht geven voor de samenstelling van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf ‘Bourse-Beurs’, maar gemeenteraadslen Bianca Debaets en Didier Wauters (CD&V – cdH+) betreuren het gebrek aan een strikt en transparant beheer dat over twee jaar moet leiden tot een volledig gerenoveerd Beursgebouw waarin voornamelijk het Biermuseum zal huizen. “Met dit Autonoom Gemeentebedrijf riskeert de controle uit de handen van de gemeenteraad te glippen”, aldus Debaets en Wauters. “Nochtans zal die controle noodzakelijk zijn, want eerder bleek al dat de bouw- en renovatiekosten opliepen van 34,5 tot 54 miljoen euro zonder dat we echt zicht hebben op de achterliggende oorzaken, en waarvan een deel van dat bedrag ook verre van zeker is. Bovendien is ook de privésector in mijn ogen niet voldoende betrokken bij dit project, want zij dragen minder dan 10% bij."


In 2023 moet de Brusselse Beurs in een nieuw jasje steken en moet de 12.000m² oppervlakte opengesteld worden voor het publiek, met daarbij onder meer een centrale gang die het gebouw doorkruist. Ook een restaurant, tentoonstellingszalen en vooral het nieuwe Biermuseum zouden hun intrek moeten nemen in het vernieuwde gebouw.


“Binnenkort moeten we ons tijdens de gemeenteraadszitting achter gesloten deuren uitspreken over de samenstelling van het Autonoom Gemeentebedrijf dat dit project zal beheren”, leggen Bianca Debaets en Didier Wauters uit. “In dit stadium hebben we echter nog maar erg weinig informatie gekregen omtrent deze nieuwe structuur. Nochtans is het cruciaal dat we in dit project over een totale transparantie beschikken. Het College moet dus een mechanisme vinden waardoor de gemeenteraadsleden het Autonoom Gemeentebedrijf ‘Bourse-Beurs’ regelmatig kan controleren. Dan volstaat het niet om één keer per jaar een update te krijgen! Er worden al heel wat vraagtekens gezet bij de financiering van dit project. De kosten zijn al razendsnel opgelopen tot een geschatte 54 miljoen euro, meer dan 10 miljoen euro blijft onzeker en de Stad hoopt op financiële steun van het federale niveau via Beliris of via het post-coronarelancefonds, wat toch opmerkelijk is. Het zou me niet verbazen als Stad Brussel aan het einde van de rit toch nog veel dieper in de zak zal moeten tasten dan de 10 miljoen euro die men had begroot. Dat is al het dubbele van de privépartners, die voornamelijk bestaan uit de Belgische brouwers. Hun deelname aan het project bedraagt 10%, maar dat is te weinig voor een project dat toch vooral de privésector aanbelangt en waar zij meer betrokken bij hadden moeten worden. Voor een soortgelijk project in Frankrijk, de ‘Cité du Vin’ in Bordeaux, is de privésector voor bijna 20% tussengekomen."


Mooi project, maar striktheid is geboden

Debaets en Wauters trekken de meerwaarde van het project niet in twijfel. Volgens hen is het project lovenswaardig, maar zal een strikt beheer noodzakelijk zijn.


“Het Biermuseum en de renovatie van de Beurs zijn zeker de moeite waard. Dat staat buiten kijf, want op die manier kunnen we elk jaar tienduizenden extra bezoekers en toeristen aantrekken richting onze hoofdstad, en bovendien worden er zo ook heel wat extra jobs gecreëerd. Maar we mogen ons daar niet blind op staren en ook de nodige waakzaamheid aan de dag leggen wat betreft het beheer van dit project. Er moet een duidelijk businessplan opgemaakt worden en we moeten hierover kunnen discussiëren op niveau van de Stad. Vandaag de dag wordt ons regelmatig gevraagd om de bijkomende budgetten goed te keuren, zoals vandaag nog het geval was voor de scenografie van het museum, maar we krijgen de globale visie niet te zien. Daarom hebben we de burgemeester gevraagd om regelmatig een stand van zaken te komen presenteren in een openbare gemeenteraadszitting. Het gaat hier tenslotte toch om heel wat publieke middelen, dus hebben de Brusselaars het recht om te weten hoe dit dossier beheerd wordt en hoe het komt dat de voorlopige budgetten zo geëxplodeerd zijn. Kortom, dit is echt wel een mooi project, maar net daarom verdient het ook een duidelijk, strikt en transparant beheer. Op die manier vermijden we dat het project ontspoort en dat we voor onaangename verrassingen komen te staan, zoals we die in het niet zo verre verleden al gekend hebben.”

bottom of page