top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Meer dan kwart van Nederlandstalige scholen in Brussel haalt eindtermen zwemmen niet


Maar liefst 27% van de Nederlandstalige scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die zwemlessen organiseren, geeft aan dat hun leerlingen de eindtermen daaromtrent niet halen. Dat blijkt uit gegevens die VGC-raadslid Bianca Debaets (cd&v) opvroeg bij bevoegd Collegelid Sven Gatz. “Bovendien weten we ook dat één op de vijf scholen überhaupt geen zwemlessen organiseert, vooral omwille van de ontbrekende infrastructuur”, stelt Debaets. “Van de beloftes die de VGC gemaakt heeft in het regeerakkoord komt er dus jammer genoeg maar weinig in huis.”


Uit de onlinebevraging die het VGC-College tussen oktober en november 2022 afnam, blijkt dat 19% van de Nederlandstalige scholen in Brussel geen zwemlessen organiseert. Doorgaans maken ze die beslissing omdat het geen onderwijsdoel is voor hun leerlingen of omdat ze simpelweg geen geschikt zwembad vinden om de lessen te laten plaatsvinden. “Het VGC-College spreekt altijd maar van de ambitie om een eengemaakt zwemtarief te kunnen aanbieden in Brussel, maar in de praktijk zien we dat dat al quasi onmogelijk is door het gebrek aan infrastructuur”, duidt Bianca Debaets. “De VGC-sportdienst levert hard en zeer goed werk, maar er kan natuurlijk ook niet getoverd worden. Daarvoor ligt de verantwoordelijkheid zeker ook mee bij het gewestelijke niveau en gemeenten, maar het toont wel aan dat investeringen in de zweminfrastructuur hard nodig zijn, want op dit moment kunnen we heel wat ketjes niet op een correcte manier leren zwemmen.”


Gemiddeld gaat er bij zwemlessen ook heel wat tijd verloren aan verplaatsingen en dergelijke meer. “De frequentie van de zwemlessen varieert sterk van school tot school, maar gemiddeld worden er 15 zwembeurten per schooljaar georganiseerd”, stelt Debaets. “Die zwemlessen nemen gemiddeld honderd minuten – twee lesuren dus – in beslag, maar daarvan worden er maar 38 minuten effectief in het water doorgebracht. De overige tijd dient voor de verplaatsing en het omkleden. Ook daar zien we dus heel wat kostbare tijd verloren gaan. Van alle scholen die zwemlessen organiseren, kan 15% ook niet terecht in hun zwembad van eerste keus, onder andere door een overbezetting of een te hoge kostprijs. Of omdat ze simpelweg naar een andere gemeente moeten uitwijken, waardoor ze geen voorrang hebben wanneer andere scholen ook willen gaan zwemmen. Vraag en aanbod liggen dus soms mijlenver uit elkaar, en dat zorgt voor de nodige problemen.”




Van alle scholen die dan toch zwemlessen organiseren, geeft meer dan een kwart aan dat hun leerlingen de eindtermen niet behalen met de aangeboden lessen. “Ook hier is de voornaamste achterliggende reden alweer dat die leerlingen simpelweg te weinig kunnen gaan zwemmen om hun onderwijsdoelen effectief te kunnen halen”, besluit Debaets. “Dat zijn zorgwekkende cijfers die hopelijk toch dringend voor een wake-upcall kunnen zorgen op alle betrokken beleidsniveaus. We moeten onze leerlingen correct kunnen leren zwemmen via onze scholen, dat staat als een paal boven water. Maar helaas zien we op het terrein dat er toch nog steeds heel wat zaken foutlopen waardoor dat niet lukt.”

bottom of page