Als de Franse Gemeenschap doorgaat met haar plannen voor een hervorming van de schoolvakanties, loopt men het risico dat onder meer de zomervakantie vanaf volgend schooljaar niet langer gelijk loopt met die van de Vlaamse Gemeenschap. Vanaf 2022-2023 zou men immers overschakelen op een kortere zomervakantie, en met een langere herfst- en krokusvakantie als gevolg. Brussels parlements- en VGC-raadslid Bianca Debaets (CD&V) wijst op de risico’s van die hervorming: “In het Brussels Gewest kan deze hervorming voor heel wat problemen zorgen voor gezinnen die van beide onderwijsnetten gebruikmaken. Ik heb via een voorstel van resolutie opgeroepen om deze problematiek voldoende te overleggen met beide Gemeenschappen, maar blijkbaar willen de meerderheidspartijen daar niet samen hun schouders onder zetten.”
De basisstelling van de beoogde hervorming van de schoolvakanties aan Franstalige kant is simpel: minder lange vakantieperiodes zijn vanuit pedagogische ooghoek voordeliger voor de leerlingen, waardoor leerachterstanden makkelijker beperkt kunnen worden. “Op zich is het inderdaad een goede zaak dat we leerlingen minder lang ‘los’ laten, want door die twee maanden zomervakantie zijn taal- en leerachterstand gevaren die effectief al snel om de hoek loeren”, aldus Debaets. “Maar die eenzijdige hervorming dreigt voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor problemen te gaan zorgen. Dat Vlaanderen en Wallonië elk een aparte schoolregeling hebben is op zich misschien niet enorm problematisch, maar in de hoofdstad lopen de onderwijsnetten van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap wel kriskras door elkaar.”
Voor gezinnen die verbonden zijn aan beide onderwijsnetten dreigt er vanaf volgend schooljaar dus heel wat puzzelwerk bij te komen. “In heel wat Brusselse gezinnen is het immers zo dat het ene kind onderwijs volgt in een Nederlandstalige en een ander kind van hetzelfde gezin in een Franstalige school – afhankelijk van hoe taalvaardig de kinderen in kwestie zijn bijvoorbeeld”, weet Debaets. “Maar evengoed zijn er gezinnen waar beide ouders leerkracht zijn in een school behorende tot respectievelijk de Franse of Vlaamse Gemeenschap. Volgt er geen gelijkschakeling tussen de verlofstelsels van beide Gemeenschappen, dan kunnen deze koppels eigenlijk niet meer samen met vakantie gaan en wordt het voor veel gezinnen puzzelen om alles praktisch georganiseerd te krijgen. Denk maar aan buitenschoolse opvang of jeugd- en sportkampen, die ook een belangrijke rol kunnen spelen in het stimuleren van de kennis van andere talen.”
Oproep tot overleg afgewezen
Om die situatie te proberen ontmijnen diende Debaets een voorstel van resolutie in binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). “Er heerst heel wat ongerustheid bij de gezinnen die door deze hervorming in de problemen zouden komen”, duidt Debaets. “Ik besef uiteraard ook dat er in de eerste plaats richting de Gemeenschappen gekeken moet worden voor een concrete oplossing. Maar wat de VGC wél kan doen, is de rol van brugfunctie en signaalfunctie op zich nemen: de bezorgdheden van Brusselse ouders en kinderen aan de Vlaamse Gemeenschap overmaken en hen aansporen om een regeling te vinden rond de vakantieperiodes in het onderwijs in Brussel. Maar jammer genoeg ziet niet iedereen het gevaar van deze twee uiteenlopende sporen niet in te zien, want het voorstel van resolutie werd weggestemd. Bizar, want naast Collegelid Gatz hebben ook al heel wat andere collega’s in de VGC aangegeven dat ze bezorgd zijn over deze evolutie. Maar blijkbaar vertaalt zich dat dan niet in steun voor deze tekst. Ik voorspel helaas dus heel wat chaos, onduidelijkheid en problemen in het gehele onderwijs in Brussel vanaf volgend jaar.”
Comments