top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Meertaligheid en kennis van het Nederlands zijn troeven, maar niet iedereen wil dat inzien

De Brusselse vice-gouverneur Jozef Ostyn stelde op woensdag 6 januari zijn meest recente jaarverslag rond de naleving van de taalwetgeving bij aanwervingen en benoemingen in de lokale besturen voor. Daaruit bleek dat slechts in 20 procent van de aanwervingen de bestuurstaalwet wel degelijk gerespecteerd wordt. “Brussel is na Dubai de meest kosmopolitische stad ter wereld, maar de keerzijde van de medaille daarbij is dat het Nederlands wat op de achtergrond dreigt te vervallen”, waarschuwt ook Bianca Debaets.

Het rapport werd woensdag voorgesteld tijdens een gezamenlijke online meeting met leden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van de commissie Brussel van het Vlaams Parlement. In zijn discours haalde vice-gouverneur Ostyn verschillende knelpunten aan, zoals de wettelijke verplichting om alle aanwervingen en beslissingen voor te leggen aan de vice-gouverneur en het niet respecteren van de bestuurstaalwet bij personeelsbeslissingen. In 80% van de gevallen bleek dus dat de bestuurstaalwet niet gerespecteerd werd bij die aanwervingen.

“Brussel is na Dubai de meest kosmopolitische stad ter wereld, maar de keerzijde van de medaille daarbij is dat het Nederlands wat op de achtergrond dreigt te vervallen”, duidt Bianca Debaets. “Dat is exact wat we ook in ons Gewest zien gebeuren. Uit de recentste Taalbarometer bleek al dat de kennis van het Nederlands alsmaar daalt en op twintig jaar tijd zowat gehalveerd is, terwijl minder dan 10% van de leerlingen uit het Franstalig onderwijs in Brussel aangeeft dat hij of zij over voldoende kennis van het Nederlands beschikt. Die vaststellingen staan toch haaks op het succes van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en het stijgend aantal inschrijvingen bij het Huis van het Nederlands. Meertaligheid is zeker en vast een troef, maar sommige lokale besturen blijven helaas weigeren om een correcte en doorleefde tweetaligheid na te streven, zo blijkt nog maar eens uit het rapport van de vice-gouverneur.”

Eerder stelde one.brussels-sp.a al voor om ook andere gebruikstalen aan te bieden aan de loketten, maar Debaets wijst op de valkuilen van dat voorstel. “Op die manier dreigen we uiteraard verder af te drijven van een correcte tweetalige dienstverlening aangezien ambtenaren op die manier nog minder gestimuleerd zullen worden om Nederlands te leren. Nochtans moeten we er net alles aan doen om ervoor te zorgen dat ambtenaren voldoende Nederlandskundig zijn om onthaal en hulpverlening in de eigen taal te kunnen aanbieden aan de bevolking, zeker op medisch vlak. Door andere talen toe te voegen, geef je het signaal dat het Nederlands daarvoor niet belangrijk genoeg zou zijn.”

Nog uit de Taalbarometer bleek dat minder dan 1 op de 5 Brusselaars het Nederlands machtig is. “Dat is en blijft véél te weinig”, besluit Debaets. “Ik betreur dan ook dat we nog een lange weg af te leggen hebben om iedereen te kunnen overtuigen van de meerwaarde van die tweetaligheid. Jongeren en nieuwkomers moeten op een aangename manier gewezen worden op de meerwaarde die de kennis van het Nederlands biedt, we hebben nood aan initiatieven die het Nederlands aantrekkelijker maken en hen wijzen op de voordelen die zo’n tweetaligheid met zich meebrengt, zoals bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt.”

bottom of page