Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) hekelt de afwachtende houding van de Brusselse overheden in het prostitutiedossier en heeft daarom besloten een voorstel van resolutie in te dienen. Daarin wordt opgeroepen om zo snel mogelijk een prostitutieplan te activeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “We willen vooral dat er een gecoördineerde gewestelijke aanpak komt voor alle problematieken die gelieerd zijn aan de prostitutie”, licht Debaets toe. “Het verbieden van straatprostitutie, het bestrijden van alle vormen van overlast voor de buurtbewoners, de criminaliteit die samenhangt met prostitutienetwerken aanpakken, maar ook een betere sociale omkadering voor sekswerkers… Dat zijn allemaal elementen die op een uniforme manier aangepakt moeten worden op Brussels niveau. Vandaag vaardigt elke gemeente maar wat eigen regels uit, waardoor sommige problemen zich simpelweg verplaatsen naar buurgemeenten. De hypocrisie rond dit onderwerp moet gestopt worden, het is tijd dat we de situatie op een efficiënte manier aanpakken!”
In het Globaal Veiligheids- en Preventieplan 2021-2024, dat net voorgesteld werd aan het Brussels Parlement door Minister-President Rudi Vervoort, wordt de prostitutieproblematiek wel genoemd, maar een concreet plan van aanpak ontbreekt daarbij. De goede intenties uit het vorige plan worden herhaald, maar ook toen leidde dat tot weinig concrete resultaten.
“Vandaag zien we dat er drie gemeenten zijn – Stad Brussel, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node – die er elk een heel verschillende visie op nahouden wat betreft de omgang met prostitutie”, duidt Debaets. “Op die manier worden de problemen in de Aarschotstraat of in de Alhambrawijk niet efficiënt aangepakt. Men voert simpelweg een struisvogelpolitiek en legt regels of verboden op zonder na te denken over de gevolgen ervan, want vaak verplaatsen de problemen zich zo gewoon naar enkele honderden meters verderop. Sommige wijken krijgen dan ook met heel wat overlast en onveiligheid te maken. Het is hoog tijd dat het Brussels Gewest daar de nodige verantwoordelijkheid in opneemt en het voortouw neemt in een goede monitoring van het fenomeen en de strijd tegen pooiernetwerken.”
Een Brusselse Villa Tinto
Met de oproep tot een prostitutieplan wil Debaets prostitutie uiteraard niet promoten, maar wel zorgen voor een betere omkadering en hogere veiligheid voor sekswerkers en buurtbewoners. Om dat doel te bereiken, wordt gedacht aan het afbakenen van één of meerdere zones waarin prostitutie op een gecontroleerde manier kan plaatsvinden, naar analogie met de Villa Tinto die in Antwerpen bestaat. In die zone of dat gebouw zou prostitutie gedoogd en omkaderd worden.
“Professionele sekswerkers zouden zich in dat systeem systematisch registreren en zo kunnen genieten van een betere veiligheid, aangezien er in die zone ook een politie-antenne en een sociale dienst voor psychosociale begeleiding moeten komen”, aldus Debaets. “Ook op hygiënisch vlak biedt een dergelijk systeem heel wat voordelen, en bovendien kunnen sekswerkers er een kamer huren aan ‘normale’ prijzen, zonder het risico te lopen om uitgebuit te worden door pooiers. Ik heb de Villa Tinto in Antwerpen al mogen bezoeken, en ik kan bevestigen dat iedereen daar zeer te spreken was over het project. Ook de buurtbewoners ondervonden heel wat minder overlast.”
Debaets roept op om dit prostitutieplan uit te werken in samenspraak met de betrokken buurtcomités en organisaties die zich inzetten voor het welzijn van sekswerkers. Ook de politiezones zouden een rol moeten opnemen door gerichte controles uit te voeren, om zo na te gaan dat de regels gerespecteerd worden en dat er geen sprake is van uitbuiting.
Kommentare