top of page
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Vijf online meldingen rond LGBTQIA+-fobie: “Nog heel wat werk om dark number in kaart te brengen

Het Rainbow House Brussels, het platform dat alle Brusselse LGBTQIA+-organisaties verenigt, heeft dit jaar tot dusver slechts vijf online meldingen rond LGBTQIA+-fobie ontvangen, zo blijkt uit gegevens die Brussels parlementslid Bianca Debaets (cd&v) opvroeg bij Staatssecretaris van Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou. “Wie als LGBTQIA+-persoon ooit al eens door Brussel wandelde, weet helaas dat dat cijfer nooit kan kloppen”, stelt Debaets.


De online meldingsfiche van meldgeweld.brussels is al even uit de ether gehaald, maar ook die van safe.brussels krijgt dus nauwelijks nog meldingen binnen. Dat werd duidelijk toen Debaets, zelf tijdens de vorige legislatuur als Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen, een stand van zaken rond de uitvoering van het LGBTQIA+-plan opvroeg. “Staatssecretaris Ben Hamou geeft zelf toe dat het aantal meldingen aan de lage kant ligt, dat is een stevig understatement”, stelt Debaets. “Deze online meldingsfiches zijn net in het leven geroepen omdat de drempel om klacht in te dienen bij de politie veel te hoog lag, maar dat achterliggende probleem is dus duidelijk nog lang niet van de baan.”


Na evaluatie met het Rainbow House werden er dan ook een nieuwe promotiecampagne en een plan rond betere netwerking ingepland. “Dat is positief, maar tegelijkertijd ook broodnodig”, aldus Debaets. “We moeten er actief aan blijven werken om de drempels voor slachtoffers om aangifte te doen van LGBTQIA+-fobie – maar ook van elke andere vorm van seksueel geweld of intimidatie – zo laag mogelijk te houden.”


Geen conversietherapieën

Nog volgens de antwoorden die Ben Hamou kon verschaffen, blijkt dat er geen indicaties zijn dat er in het Brussels Gewest conversietherapieën zouden plaatsvinden tegenover LGBTQIA+-personen. “Ook hier zitten we natuurlijk weer met een problematiek die erg vaak buiten het daglicht gehouden wordt”, duidt Debaets. “Zowel de politiezones als de betrokken organisaties hebben geen weet van dergelijke praktijken, maar het valt maar moeilijk in te schatten wat er zich soms achter gesloten deuren afspeelt.”


Ook op huisvestingsvlak worden verschillende stappen ondernomen om de Brusselse samenleving zo LGBTQIA+-vriendelijk mogelijk te maken. “Dat aspect wordt mee opgenomen in de globale strijd tegen discriminatie op de huisvestingsmarkt”, besluit Debaets. “Terecht, want die discriminatie is helaas nog steeds duidelijk aanwezig, dus moeten we voorzien in de nodige regelgeving om die problematiek zoveel mogelijk te kunnen uitbannen. De initiatieven die Ben Hamou onderneemt stemmen me hoopvol, maar we hebben in het globale plaatje nog een lange weg te gaan.”



bottom of page