top of page

We vragen gelijke vertegenwoordiging van mannen & vrouwen in raden van bestuur openbare instellingen

De Brusselse parlementsleden Véronique Lefrancq (cdH) en Bianca Debaets (CD&V) hebben een voorstel van ordonnantie ingediend die een wijziging moet aanbrengen in de ordonnantie van 13 februari 2014 (‘Ordonnantie ertoe strekkende binnen de leden die door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd worden in de bestuursorganen van rechtspersonen, een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen te waarborgen’).


Gelijkheid op de werkvloer tussen mannen en vrouwen is al enkele jaren zowel nationaal als internationaal vastgelegd in wetgevende teksten, en ook in het Brussels Gewest werd met de ordonnantie van 13 februari 2014 een belangrijke regel ingesteld omtrent de gewaarborgde evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen in bestuursorganen waarvan de leden door de Brusselse Regering benoemd worden. In realiteit blijkt echter dat de quota uit die ordonnantie nog steeds vaak in het nadeel van vrouwen uitvallen, waardoor zij nog steeds in de minderheid blijven in de desbetreffende bestuursorganen.


Volgens die ordonnantie moet elk geslacht minstens een derde van die bestuursorganen uitmaken, maar daarbij blijven vrouwen telkens in de minderheid. Begin 2021 telde het bestuursorgaan van de MIVB bijvoorbeeld 7 vrouwen tegenover 15 mannen (oftewel 31,8% vrouwen). Ook finance&invest.brussels, hub.brussels (beide 5 vrouwen tegenover 10 mannen) en de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (8 vrouwen en 16 mannen) klokken af op een derde, terwijl het bestuursorgaan van Actiris dan weer het quotum niet haalt (5 vrouwen tegenover 13 mannen, oftewel 27%).

Ook de betere leerlingen van de klas zijn nog wel een eindje verwijderd van een compleet evenwichtige vertegenwoordiging. Zo gaat het bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij om 7 vrouwen tegenover 11 mannen, visit.brussels telt 4 vrouwen tegenover 6 mannen.


Sterker legislatief kader

“De ordonnantie uit 2014 heeft weliswaar geholpen om een stap in de juiste richting te zetten, maar het quotum van één derde heeft nog niet tot een volledige sociodemografische balans gezorgd aangezien vrouwen in werkelijkheid 50,9% van de Brusselse bevolking uitmaken”, licht Véronique Lefrancq toe. “Ons voorstel van ordonnantie beoogt dan ook een juiste vertegenwoordiging van vrouwen in deze bestuursorganen, om zo verder de strijd aan te binden met de discriminatie die vandaag de dag nog steeds heerst. De overheid heeft in dit dossier absoluut een voorbeeldrol te vervullen.”


Bianca Debaets, in de vorige legislatuur nog als Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen, is overtuigd van het belang van het voorstel van ordonnantie. “Op nationaal niveau weten we dat heel wat bedrijven uit de Bel-20 het legislatieve quotum van 30% vrouwen in hun bestuursraden of directiecomités niet respecteren”, aldus Debaets. “De situatie in de privésector is zorgwekkend, maar ook de publieke sector geeft nog niet vaak genoeg het goede voorbeeld. Omdat we duidelijk niet gewoon op de goodwill van iedereen kunnen rekenen, zien we ons genoodzaakt om dan maar een sterker legislatief kader in te stellen. Dat is de richting waarin we de bestuursorganen die afhangen van de Brusselse Regering willen zien bewegen via dit voorstel van ordonnantie. Streven naar een échte gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen moet als absolute prioriteit aanzien worden.”


20 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page